Imrahil was de tweeentwintigste prins van Dol Amroth, adviseur van Aragorn II Elessar en voor een paar dagen ook stadhouder. Imrahil was de zoon van Adrahil II en had twee zussen, Ivriniel en Finduilas. Hij was in het jaar 2955 geboren en in 3010 werd hij na de dood van zijn vader prins.
Oorlog om de Ring[]
Het Beleg van Minas Tirith[]
In de Oorlog om de Ring reed Imrahil met een companie Zwanenridders en 700 soldaten te voet naar Minas Tirith om het te versterken. Een ander groot leger ging naar Lebennin om de Mondingen van de Anduin te beschermen. Imrahil en zijn ruiters kwamen Faramir en zijn soldaten te hulp toen ze de Rammas Echor verdedigde. Gandalf, de Tovenaar, ging met hem mee en de Nazgûl op hun Vreselijke Beesten vluchten voor hun weg. Ze redden Faramir en de overlevenden van zijn soldaten, die anders zou zijn gedood door De Haradrimde Zuiderlingen. In de stad bleek dat Faramir vergiftigd was door een pijl van de Zuiderlingen. Door de uitvallen van Imrahil en zijn ridders duurde het langer voor de troepen van Mordor de stad konden belegeren. Gandalf nam het bevel van de belegerde stad en Imrahil hielp hem daar mee, want Denethor was gek geworden en wilde zichzelf en Faramir levend verbranden.
De Slag om de Velden van de Pelenor[]
Toen de Rohirim Gondor te hulp waren gekommen verliet Imrahil de stad om hun te helpen. Op de Velden van de Pelenor droegen de Rohirim hun dode koning Théoden naar de stad. Ook werd een vrouw uit Rohan, Éowyn, de nicht van de koning, naar de stad gedragen. Imrahil was de eerste die ontdekte dat ze nog leefde.
Hierna reed Imrahil met de Zwanenridders naar Éomer en de ruiters van Rohan die nog steeds vochten. Kort hierna kwam Aragorn in de zwarte schepen van de Kapers aan in Harlond, de haven van Minas Tirith. In deze schepen zaten de soldaten van Lebennin en Pelargir. Het tij van de slag keerde en legers van Mordor werden vernietigd, een enkele ork vluchte.
Stadhouder van Gondor en het Laatste Overleg[]
Imrahil zag al gelijk dat Aragorn de echte koning was en hij, Aragorn en Éomer reden naar de poorten van Minas Tirith. Hier zei Aragorn dat hij buiten zou wachten. Imrahil vond het wijs van Aragorn omdat hij wist dat zijn schoon-broer, Denethor, een trots man was en Aragorn niet zomaar koning liet worden. Dus gingen hij en Éomer alleen naar binnen. Toen Imrahil hoorde dat Denethor dood was en Faramir stervende was liet hij Aragorn kommen, wetend dat de koning goede helers waren. Aragorn kwam daarna op verzoek van Gandalf en die genas Faramir, Éowyn en de hobbit Merijn. Aragorn wilde het leiderschap over Gondor niet voor Sauron verslagen was en Imrahil kreeg de leiding over de stad tot Faramir zou ontwaken en was dus voor vier dagen stadhouder van Gondor.
Imrahil en Éomer waren net als Gandalf en Aragorn bij het Laatste Overleg. Hier vertelde Gandalf dat ze de Zwarte Poort moesten aanvallen om Frodo een vrije weg naar de Doemberg te geven. Imrahil zei dat hij Aragorn zou volgen maar omdat hij de leiding over de stad had adviseerde hij dat er een deel van het leger moest achterblijven om de stad te beschermen. Uiteindelijk zouden ze 7000 man meenemen en Imrahil zei en lachte:
Zeker is dit de grootste grap in de gschiedenis van Gondor: dat wij uitrijden met zevenduizend man, nauwlijks evenveel als de voorhoede van zijn leger in de dagen van zijn macht, om de bergen en de onneembare poort van het Zwarte Land aan te vallen. Zo zou een kind een in maliën geklede ridder bedreigen met een boog van touw en groene wil! (De Terugkeer van de Koning: Het Laatste Overleg)
De Slag om de Morannon[]
Het Leger van het Westen vertrok op 18 Maart. Toen het leger Minas Morgul voor bij trok wachte het op Aragorn, zoals Imrahil had geadviseerd. Toen de legers van Sauron op 25 Maart hun omsingelde voor de Zwarte Poort stond Imrahil van voren. Imrahil, Beregond en Éomer stonden met onder andere de Zwanenridders en delen van de Torenwachters op de rechter heuvel van de Slag Heuvels. Vanaf toen vochten ze de Slag om de Morannon totdat de Ene Ring was vernietigd.
Het Veld van Cormalen en de Vierde Era[]
Imrahil was bij de feesten op het Veld van Cormalen. Hier ontmoete hij voor het eerst Frodo en Sam die samen naar Mordor waren gegaan om de Ring te vernietigen. Ook ging Imrahil met de helden naar Minas Tirith om de Kroning van Aragorn Elassar bij te wonen. Daarna ging hij naar Edoras om de begrafenis van Théoden meetemaken. Imrahil en Éomer waren grote vrienden geworden en in 3021 van de Derde Era trouwde Éomer met Imrahil's dochter Lothíriel.
In de Vierde Era waren Imrahil en zijn neef Faramir de belangrijkste mannen van Gondor en de adviseurs van Aragorn. Imrahil maakte daarom ook deel uit van de Grote Raad van Gondor. Imrahil had vier kinderen gekregen, Elphir, Erchirion, Amrothos en Lothíriel. Toen Imrahil in 34 van de Vierde Era stierf werd hij opgevolgd door zijn oudste zoon Elphir.
Voorganger: Adrahil II |
Prins van Dol Amroth 3010 III-33 IV |
Opvolger: Elphir |
Voorganger: Denethor II |
Stadhouder van Gondor 3010 III-33 IV |
Opvolger: Húrin van de Sleutels |