Hoofdstukken van De Silmarillion |
---|
|
Over de Komst van de Elfen en de Gevangenname van Melkor is het derde hoofdstuk van de Quenta Silmarillion, het derde deel van de Silmarillion.
Samenvatting[]
In de raad van Doem voorspelde Mandos dat de eerstengeborene zou ontwaken onder de sterrenhemel. Varda liep weg en begon gelijk met het maken van de sterren. Op het moment dat het voltooid was ontwaakte de elfen. Oromë trok ooit naar het oosten en kwam daar de elfen tegen in het land Cuiveluinen. De meeste verschuilde zich voor hem of gingen weg alleen de dappere elfen bleven want ze zagen dat Oromë niet slecht was. Het bleek dat Melkor de elfen als eerst had ontdekt en dat zijn dienaren de elfen vangen als ze alleen of in kleine groepjes waren. Door geheime kunstgrepen en martelingen ontstond het weerzienwekende ras: de orks. De Valar besloten om Melkor aan te vallen. Eerst werd het fort Angband aangevallen. Deze veldslag wonen de Valar en achtervolgden zijn dienaren naar Utommo. Bij Utommo was het een hele zware strijd en het duurde heel lang voordat de poort open gebroken was maar daarna vocht Tulkas het gelijk uit met Melkor en hij werd meegenomen naar Valinor. In de raad van Doem werd hij berecht en hij moest 3 era 's boeten in de hallen van Mandos. Terwijl Melkor gevangen was bleef Sauron duistere wezens fokken in Angband. De Raad van Doem besloot ook om de elfen opteroepen om in Valinor te kommen wonen. 3 afgezante, deze worden later koning, kijken of het echt is wat de valar zeggen. Ingwë. Finwë en Elwë weten hun stamgenoten te overtuigen. Maar vele bleven achter of verlieten de tocht. Toen ze de Anduin oversteekten bleven de Teleri (de groep van Elwë) treuzelen. Een groep van de Teleri gingen onderleiding van Lenwë naar het zuiden, zij waren de Nandor. Elwë overtuigden zijn stam om verder te gaan en dat deden ze ook, na een aantal jaren. De Noldor en Vanyar waren nu al in oost-Beleriand.