Tolkien wiki
Advertisement
Grote Oosterweg

De Grote Oosterweg in The Lord of the Rings: Online.

De Grote Oosterweg was een grotte verbindingsweg die dwars door Eriador heenliep. De weg was ongeveer 900 kilometer lang en liep van de Grijze Havens tot aan Rivendel. Na Rivendel sloot de Oude Oosterweg aan op de Hoge Pas die over de Nevelbergen in de richting van het Demsterwold en Rhovanion liep.

Geschiedenis[]

Eerste Era[]

De weg werd vermoedelijk voor het eerst aangelegd en onderhouden door de dwergen in de Eerste Era. Op dat moment was Eriador nog van weinig belang voor de oorlogen van de Eldar en de Edain, maar de dwergen gebruikten hem om van Eriador naar Beleriand te reizen. Eenmaal de weg de Blauwe Bergen in het oosten van Beleriand bereikte, sloot hij aan op de oude weg doorheen Ossiriand naar Doriath. Na de val van Morgoth en de verwoesting van Beleriand verschoven de kusten van Midden-aarde echter van Beleriand naar Eriador, en werd de Oosterweg een stuk belangrijker.

Na de val van Númenor en de stichting van Arnor op het einde van de Tweede Era werd de weg samen met de grote Noord-zuid weg (de latere Groeneweg) de belangrijkste verbinding in het rijk. De Dúnedain van Arnor bouwden forten op en rond de Oosterweg en bouwden nieuwe bruggen. Na de val van Arnor werd de weg de grens tussen Cardolan en Rhudaur, twee van de kleinere deelstaten die ontstaan waren uit Arnor.

Derde Era en later[]

In het jaar 1974 van de Derde Era, na de val van Arthedian, verloor de weg tenslotte voor een groot deel zijn nut voor de Dúnedain. De weg werd wel nog gebruikt voor boodschappen tussen de Grijze Havens en Rivendel, en veel dwergen trokken erover, maar dat kon niet verhinderen dat de weg langzaamaan verslechterde en gevaarlijker werd.

Na de Oorlog om de Ring en de heropstanding van Arnor nam het belang van de Oude Oosterweg echter opnieuw terug toe.

Traject[]

Vanuit het westen vertrok de Oude Oosterweg vanuit de Grijze Havens, aan de Golf van Lune. Vanaf daar liep hij via een onduidelijk traject langs de Torenheuvels in de richting van de Verre Heuvels . De weg sneed dwars door de Gouw, vanaf de Verre Heuvels in het westen tot aan de Brandewijnbrug in het oosten. Daartussen lagen onder andere de dorpen Grotedelft, Wegemoet, Bijwater, Puitenlee en Witvoren. In feite was de Gouw één van de weinige plaatsen waar een reiziger in de late Derde Era volledig veilig over de weg kon reizen. De rest van het traject van de weg was meestal omgeven door gevaren. In de Gouw sloten een aantal kleinere, minder belangrijke wegen op de Oude Oosterweg aan. Deze wegen waren vooral gemaakt door de hobbits, en ze werden minder gebruikt door andere reizigers. Enkel de weg van de Sarnvoorde naar Wegemoet was een belangrijke verbindingsweg.

Na de oversteek van de Brandewijnbrug liep de weg over een afstand van 65 kilometer in de richting van Breeg. De zuidelijke rand van de weg grensde aan het Oude Woud en de Grafheuvels, twee plaatsen die een reiziger het best kon vermijden. Eenmaal in Breeg kruiste de weg met de Groeneweg, de oude verbinding tussen de koninkrijken Gondor en Arnor. Die weg liep van Fornost tot aan Tharbad en verder via Isengard en Rohan naar Minas Tirith.

Nadat de weg door Breeg gepasseerd was, kwam hij tenslotte in de totaal verlaten gebieden van Eriador. De Verlaten Herberg, ongeveer op een dagreis van Breeg was een laatste teken van beschaving uit vervolgen eeuwen, maar nadien kwam een reiziger geen bewoonde streken meer tegen voor vele dagen.

De weg liep verder en passeerde de Weerheuvels, een heuvelrug die vroeger aan het koninkrijk Arnor had toebehoord. Nadien liep hij verder over de Laatste Brug, de brug over de rivier Mitheithel in de richting van Rivendel. Aan de Voorde van de Bruinen tenslotte hield de weg op en liep via een kleiner pad naar de verborgen vallei Rivendel. Andere wegen leidden in de richting van de  Nevelbergen. Eén ervan was deHoge Pas, de verbinding tussen Eriador en de overkant van de bergen.

Advertisement