Eriol was een Saks uit het gebied Angel. Hij was de eerste sterfelijke man sinds Eärendil die de Rechte Weg naar Valinor vind. Na een lange zeereis verliest hij zijn bemaning en komt in Tol Eressëa, het latere Engeland, aan. Hier vertellen de Elfen hem vele verhalen die door de Mensen al lang vergeten zijn. Hij is de hoofdpersoon van The Book of Lost Tales.
Geschiedenis[]
Andere Versies van het Verhaal[]
Later in zijn leven begon J.R.R. Tolkien dit deel van zijn verhaal weer te gebruiken. Maar de geschiedenis van Eriol werd veranderd net zoals zijn naam. Deze werd Ælfwine.
Het ongeplubliceerde verhaal "Story of Eriol's Life" gaat over de Kolonisatie van Engeland. Eriol is de hoofdrolspeller van het verhaal.
Heden, een afstammeling van de Noorse god Wōden, had twee kinderen, Eoh en Beorn. Ze leefden in Angel, een gebied tussen de Flemburgs Fjord en de Schlei Rivier. Eoh kreeg één zoon en noemde hem Ottor. Toen Beorn zijn broer, Eoh, vermoordde vluchtte Ottor weg naar Heligolond, een eiland in de Noordzee, en noemde zich Wǣfre (Nederlands: Rusteloos, Verdwaald).
Op Heligolond trouwde Wǣfre met Cwén en samen kregen ze twee zonen. Ze noemden ze Hengest en Horsa, ter ere van Wǣfre's vader (Eoh, Hengest en Horsa betekenen namelijk "Paard" in het Oud-Engels"). Op een dag toen Wǣfre onder de Boom van Eärendil zat viel de boom op hem. Zijn zonen dachten dat hun vader dood was en verlieten Heligolond om later Engeland te koloniseren. Wǣfre overleefde het echter en vanaf toen stond hij bekend als "De Zoon van Eärendil." Hij veranderde zijn naam naar Angol (afgeleid van zijn geboorteplek, Angel) en hield vanaf toen van de zee. Vaak ging hij varen en ging opzoek naar Tol Eressëa, wat later Engeland zou worden. Uiteindelijk zou hij het eiland waar de Elfen woonden vinden en zij noemden hem Eriol.