De Ene Ring is de belangrijkste van de Ringen van Macht en hij wordt de Ene Ring genoemd omdat hij de andere Ringen kan regeren.
Beschrijving[]
Op deze Ene Ring staat met Tengwarletters een tekst gegraveerd in de Zwarte Taal, de taal van Mordor:
- "Ash nazg durbatulûk, ash nazg gimbatul, ash nazg thrakatulûk, agh burzum-ishi krimpatul"
- (Nederlandse vertaling: Eén Ring om allen te regeren, Eén Ring om hen te vinden, Eén Ring die hen brengen zal, en in duisternis binden.)[1]
Deze tekst wordt echter alleen zichtbaar wanneer de Ring aan een hoge temperatuur is blootgesteld, bijvoorbeeld in een haardvuur. De ring zelf wordt daardoor niet warm.[1]
Wanneer Gandalf deze woorden hardop voordraagt, stoppen de Elfen hun vingers in hun oren omdat de Zwarte Taal te afschuwelijk is om aan te horen.
Geschiedenis[]
Saurons plan[]
Rondom het jaar 1600 van de Tweede Era wordt de Ene Ring door Sauron in het vuur van Orodruin, de Doemberg, gesmeed. De benodigde smeedkunst heeft Sauron geleerd van de Gwaith-i-Mírdain, de broederschap van Celebrimbor en andere smeden. Met de Ene Ring wil Sauron de andere Ringen van Macht overheersen. Maar zodra hij de Ring aan zijn vinger doet wordt hij doorzien door de dragers van de andere Ringen van Macht, scherpzinnige Elfen, die de Ringen onmiddellijk afdoen. Er volgt een oorlog, waarbij Sauron de meeste Ringen van Macht weet te veroveren. Alleen de drie Elfenringen Vilya, Narya en Nenya blijven uit zijn handen. Sauron geeft de zeven Dwergenvolken elk een Ring, hoewel deze te taai bleken om door hem beheerst te worden. De negen Ringen die aan de Mensen gegeven zijn blijken nuttiger voor Sauron, want de dragers van de Negen worden slaven van Sauron, de Nazgûl of Ringgeesten.
Verloren en gevonden[]
In het jaar 3441 van de Tweede Era wordt Sauron verslagen door Elendil en Gil-galad, waarna Elendils zoon Isildur de vinger waar Sauron de Ring aan draagt van zijn hand afhakt. Isildur had de Ring het beste in het vuur van de Doemberg kunnen gooien, maar hij slaat de wijze raad van Elrond in de wind en neemt de Ring voor zichzelf. Kort daarop wordt hij echter neergeschoten in de rivier de Anduin en gaat de Ring voor eeuwen verloren in het water.[1]
Pas in het jaar 2463 van de Derde Era wordt de Ring bij toeval gevonden door de Hobbit Déagol, die vrijwel meteen door zijn hebzuchtige neef Sméagol vermoord wordt. Deze Sméagol, die later Gollem genoemd wordt, gebruikt de Ring om anderen te bespioneren en wordt geheimzinnig en slinks. Dit leidt uiteindelijk tot zijn verbanning. Na een lange zwerftocht trekt hij zich terug in grotten onder de Nevelbergen waar hij eeuwenlang blijft en leeft van vis en jonge Orks.[1] Maar in 2941 raakt Gollem de Ring kwijt. De Hobbit Bilbo Balings vindt hem bij toeval in de gangen van de Orks. Na een lange en verre reis komt Bilbo thuis in de Gouw, waar hij een rustig leven leidt tot hij de Ring in 3001 met de rest van zijn bezittingen overdraagt aan zijn verre neef en erfgenaam Frodo Balings.
Vernietiging[]
De Tovenaar Gandalf, een vriend van Bilbo, probeert erachter te komen wat de oorsprong is van de Ring. Pas in 3018 weet Gandalf na lang zoeken naar informatie zeker dat het gaat om de Ene Ring van Sauron. Helaas komt Sauron erachter dat zijn Ring gevonden is. De Ring is daardoor niet veilig in de Gouw en Gandalf stuurt Frodo naar Rivendel om de Ring uit de handen van Sauron te houden. Achtervolgd door de Nazgûl trekken Frodo en zijn vrienden ermee naar Rivendel, waarna het Reisgenootschap van de Ring op weg gaat om de Ring te vernietigen in de Doemberg in Mordor: het enige vuur dat de Ring zou kunnen vernietigen. Het reisgenootschap valt echter uiteen en Frodo en zijn dienaar Sam Gewissies trekken met hun tweeën naar Mordor. Gollem volgt hen, maar wordt gevangen door hen en besluit hen, bij gebrek aan enig plan om de Ring af te pakken, de weg te wijzen. De Ring wordt hoe langer hoe zwaarder, en probeert Frodo's wil over te nemen. Uiteindelijk slaagt Frodo er daardoor niet in de Ring te vernietigen, maar net op dat moment valt Gollem aan, en bijt Frodo's vinger af. Na eindelijk de Ring teruggepakt te hebben springt hij uitzinnig van vreugde in het rond, maar hij valt in de Doemspleten. Zo wordt de Ring uiteindelijk toch vernietigd en daarmee is Sauron definitief verslagen. Frodo komt zijn verwondingen en het gemis aan de Ring echter nooit meer helemaal te boven.
Effect van de Ring[]
Wie de Ene Ring aan zijn vinger draagt, wordt daardoor onzichtbaar. De Ring geeft de drager in feite contact met een soort tweede laag van de wereld, waarin ook de Nazgûl leven, waardoor de Nazgûl de drager kunnen zien. De Ring oefent een soort verslavende aantrekkingskracht uit op de drager, waardoor deze hem voor zichzelf wil houden. Wie de Ring bij zich heeft zal lange tijd niet verouderen. De Ene Ring heeft echter op lange termijn hetzelfde effect als één van de Negen Ringen van de Mensen: de drager vervaagt en wordt uiteindelijk een Ringgeest.[1] De negen Ringgeesten, de Nazgûl, dienen de Ring omdat hun Ringen onderhorig zijn aan de Ene Ring. De Hobbits bieden taai verzet tegen overheersing door een Ring en zijn hierin minder kwetsbaar dan de meeste Mensen, hoewel ze uiteindelijk overwonnen worden. Gollem was na 500 jaar met de Ring in contact te zijn geweest weliswaar nog niet vervaagd, maar was veranderd in een mager benig scharminkel dat het licht niet meer kon verdragen, voortdurend verlangend naar de Ring.
Op "hogere" wezens zoals Gandalf, Saruman, Radagast en Galadriel zou de Ring een andere invloed hebben. Zij zouden niet vervagen, maar de Ring zou hen een zeer grote en corrumperende macht verschaffen. Ze zouden in staat zijn om af te rekenen met Sauron en zijn Orks, maar zouden na verloop van tijd verslaafd aan de macht raken en alsnog onder invloed komen van Saurons kwade wil. Uiteindelijk zou de Ringdrager zelf een duistere heerser of heerseres worden, even machtig en gevaarlijk als Sauron. Dit was datgene waar Saruman op uit was. Sauron trachtte de Ring te krijgen, maar was niet ruimdenkend genoeg om te vermoeden dat het Reisgezelschap erop uit was de Ring in de Doemspleet te werpen. Sauron verwachtte dat men de Ring in de oorlog wilde inzetten. Daarom stuurde hij zijn legers eropuit in een oorlog tegen Gondor, Rohan en de vrije volkeren, in plaats van ze te gebruiken om Mordor af te grendelen. Hierdoor konden Frodo en Sam Mordor binnenglippen. Zo bewerkstelligde hij zijn eigen ondergang.