Tolkien wiki
Advertisement

Elendil was een Númenoreaan, de Mensen van Númenor, en de zoon van Amandil. Hij was de laatste Heer van Andunië. Hij was de stichter van Arnor, het Noordelijk Rijk, en zijn zonen (Isildur en Anárion) stichtte het Zuidelijke Rijk, Gondor. Hij werd ook wel Elendil de Lange genoemd. Het zwaard van Elendil heette Narsil.

Biografie[]

Jeugd in Númenor[]

Elendil is geboren op 3119 van de Tweede Era in Númenor en was de zoon van Amandil, de Heer van Andunië en de leider van de Elendili (de Getrouwen, zij die trouw bleven aan de Valar en de Eldar.) Elendil was een vriend van de Elfen en tegen de praktijken van Ar-Pharazôn, de Laatste Koning van Númenor. Zijn naam betekent in Quenya Elfen-Vriend of Ster-Geliefde. Op een dag riep zijn Vader hem en zijn zonen om met hem te spreken. In dit beraad vertelde Amandil dat Sauron de Koning, Ar-Pharazôn, had overtuigd om oorlog te voeren met de Valar. Amandil wist als dit gebeurde de Valar Númenor zouden verwoesten. Amandil besloot om de daad van Eärendil, een verre voorvader, op te volgen en naar Valinor te varen om de Valar te waarschuwen. In dit beraad werd besloten dat Elendil en de getrouwen klaar moesten zijn om te vertrekken voor het geval dat Amandil zou falen. De avond hierna ging zijn zoon, Isildur, naar de Meneltarma om daar een vrucht van Nimloth, een geschenk van de Elfen uit Tol Eressëa, te stelen. Die zelfde avond werd de boom nog omgehakt en verbrand. In 3320, tijdens de Ondergang van Númenor, stuurde hij acht schepen vol Elendili naar Midden-aarde, hier waren ook zijn Zonen bij. Zelf bleef hij met het negende schip tot het laatst in Númenor. Alleen dankzij de Winden van Manwë, de machtigste van de Valar, kon hij ontsnappen en kwam bij de andere acht schepen terecht. Naar Midden-aarde nam hij zeven Palantíri, ook dit waren geschenken van de Elfen uit Tol Eressëa.

Midden-aarde[]

Elendil en vier van de negen schepen kwamen door de Winden van Manwë in Mithlond terecht, de andere vijf kwamen in Pelargir (naar deze haven waren vele Elendili al honderden jaren terug naartoe vertrokken.) In Mithlond werd Elendil verwelkomd door Gil-Galad, de Hoge-Koning van de Noldor. Hier stichtte Elendil het Noordelijke Rijk, Arnor, terwijl zijn zonen het Zuidelijke Rijk, Gondor, stichtten. Toen hij in Midden-aarde aan kwam zei hij het volgende:

Et Eärello Endorenna utúlien. Sinome maruvan ar Hildinyar tenn' Ambar-metta.

In Quenya betekent dit: Vanuit de Grote Zee naar Midden-aarde ben ik gekomen. Op deze plaats zal ik blijven, en mijn opvolgers, tot het einde van de Wereld! In Eriador stichtte hij Arnor en bouwde vervolgens Annúminas, de hoofdstad van Arnor. In Arnor werden ook Fornost Erain, Amon Sûl en Tyrn Gorthad gebouwd. De Dúnedain van Tharbad (een andere havenstad van de Elendili in Midden-aarde) kwamen onder de heerschappij van Elendil en Gil-Galad gaf Elendil drie torens, waaronder Elostirion, op de Torenheuvels aan Elendil als geschenk. In Gondor bouwde Isildur Minas Ithil, Anárion bouwde Minas Anor en tussen deze twee steden bouwden ze samen Osgiliath.

Het Laatste Bondgenootschap van Mensen en Elfen[]

Later keerde Sauron terug naar Midden-aarde en herbouwde zijn rijk in Mordor, een land dat naast Gondor lag. In 3428 viel hij Minas Ithil aan en veroverde dat. Isildur ontsnapte met de Palantír en zijn familie en ging naar zijn vader. Terwijl in Arnor Gil-Galad en Elendil hun legers verzamelde weerstond Anárion de aanvallen van Sauron. Uiteindelijk werd de Laatste Alliantie gesloten en zij marcheerden naar Gondor. In 3434 begon de Oorlog van het Laatste Bondgenootschap en vele Númenoreanen en Elfen stierven in de oorlog. De Zwarte Toren zelf werd zeven jaar belegerd, De Belegering van Barad-dúr. Anárion stierf in 3440 en het jaar daar op kwam Sauron zelf naar buiten. Sauron bevocht Gil-Galad en daarna Elendil, maar beide stierven. Hierna pakte Isildur zijn vaders zwaard, Narsil, en sneed de Ring van Sauron’s Hand af. Hierna werd Sauron’s Lichaam vernietigd en zijn geest vluchtte naar het oosten. De Oorlog was over maar Elendil en Gil-Galad waren beide dood.[1] Isildur begroef zijn vader in een geheime tombe op Halfirien, later een Baken van Gondor.

Aragorn II was een erfgenaam van Elendil en gebruikte de naam “Elendil” als strijdkreet. Hij sprak ook de Eed van Elendil in het begin van de Vierde Era toen hij de Koning van Gondor werd.

Bronnen[]


Voorganger:
Amandil
Heer van Andunië
?-3320 II
Opvolger:
Niemand, Númenor vervalt in de Zee



Voorganger:
Niemand
Koning van Alle Dúnedain
3320-3441 II
Opvolger:
Isildur



Voorganger:
Niemand
Hoge-Koning van Arnor en Gondor
3320-3441 II
Opvolger:
Isildur



Voorganger:
Niemand
Koning van Gondor, Isildur en Anárion als Regenten
3320-3441 II
Opvolger:
Isildur



Voorganger:
Niemand
Koning van Arnor
3320-3441 II
Opvolger:
Isildur


Advertisement