Tolkien wiki
Registreer
Advertisement
Beren-1-

Beren, een mens, met de Silmaril.

Beren Erchamion, of Beren Eenhand, was een Mens van het Huis van Bëor en een held uit de Oude Tijden. Hij was de zoon van Barahir en Emeldir en was verliefd op de Elf Lúthien Tinúviel, hij was de vader van Dior de Schone. Het zwaard van Beren heette Dagmor en zijn mes heette Angrist.

Jeugd

De Dagor Bragollach vond plaats in zijn jeugd en zijn oom Bregolas stierf. Dorthonion en dus ook Ladros, het land waar Beren in opgroeide, werd verwoest. Barahir verzette zich hevig maar zijn mensen vluchtte weg en uiteindelijk had hij nog maar twaalf metgezellen, de Vogelvrijen van Tarn Aeluin, over, waaronder Beren. Lang verzette ze zich tegen Morgoth in het woud Tarn Aeluin. Uiteindelijk stuurde Morgoth zijn machtigste dienaar, Sauron, en Draugluin, de eerste Weerwolf. Maar ook Sauron kon de groep niet vinden. Het enige wat Sauron ontdekte was dat een van de Vogelvrijen van Tarn Aeluin, Gorlim de Ongelukkige, vaak het kamp van Barahir verliet en naar zijn oude huis ging. Op een avond ging Sauron naar dat huis en gebruikte zijn magie om Gorlim een visioen te geven. Hierin zag Gorlim dat de Orks zijn vrouw, die eigelijk al lang dood was, gevangen namen en ging er achter aan. Hierdoor wist Sauron hem te vangen en hij werd gemarteld. Uiteindelijk vertelde hij waar de Vogelvrijen van Tarn Aeluin zich schuil hielden. Allemaal werden ze gedood behalve Beren zelf, die aan het jagen was. De Geest van Gorlim vertelde hem wat er was gebeurd en Beren vluchtte voor de Orks. De Orks hadden de hand van zijn vader meegenomen, voor als bewijs aan Sauron, en Beren ging op jacht om hem terug te nemen. Vlak voor de ogen van Sauron overviel hij de Orks en nam de hand van zijn vader mee. Aan deze hand zat Ring van Barahir, een teken van vriendschap tussen de afstammelingen van Barahir en Finrod Felagund, een Elfenkoning. Hierna begroef Beren zijn vader en zweerde dat hij wraak zou nemen op Morgoth. Hierna verliet hij zijn geboorteland en kwam in Doriath te recht.

De Queeste van de Silmaril

Tocht naar Tol-in-Gauroth

Hier ontmoette hij Lúthien, een Prinses van de Sindar en dochter van Thingel en Melian, en werd verliefd op haar. Zij werd ook verliefd op hem en zij leidde hem voor haar vader en moeder in Menegroth. Thingel verbood het Beren met zijn dochter te trouwen totdat hij terug zou kommen met een van de Silmarillen in zijn hand. De Queeste

leek onmogelijk te zijn maar Beren begon er toch mee. Maar hij wist dat hij hulp zou nodig hebben van een machtig iemand en dacht gelijk aan Finrod Felagund, die een eed had gezworen dat hij Barahir of zijn afstammelingen altijd zou helpen (omdat Barahir hem tijdens de Dagor Bragollach had gered.)

469px-Finrod and Beren-1-

Finrod Felagund, een elf, en Beren, een mens.

Hij ging vervolgens naar Nargothrond, de stad van Finrod Felagund. In de bossen van Taur-en-Faroth werd ontdekt door Finrod’s mannen. Maar omdat hij deRing van Barahir, die Finrod aan Barahir had gegeven, boven zich hield werd hij niet aangevallen. Uiteindelijk bereikte hij de poorten van Nargothrond en werd voor Finrod Felagund geleid. Daar vertelde Beren hem over zijn queeste en Finrod Felagund besloot mee te gaan. Tien andere Elfen, onder leiding van Edrahil, gingen met hun koning mee.

Bij Tol-in-Gauroth, in de Pas van de Sirion, ontdekt Sauron de twaalf en Finrod Felagund en Sauron bevechten elkaar in een duel met zingen. Finrod Felagund verloor het duel en de groep wordt gevangen genomen door Sauron. Sauron gaf een Weerwolf de opdracht om de groep een voor een op te eten. Uiteindelijk zijn alleen Finrod Felagund en Beren nog over en Sauron geeft de opdracht dat de weerwolf Beren eerst moet opeten. Opdat moment breekt Finrod zijn kettingen en bevecht de Weerwolf, zonder wapens. Het lukt hem de Weerwolf te doden maar hij sterft aan zijn wonden. Terwijl dit allemaal heeft plaatsgevonden zijn Lúthien, die had besloten Beren te helpen, en Huan, de jachthond, het fort binnen gedrongen en hebben alle weerwolven gedood. Ook Draugluin, de machtigste van Sauron’s Weerwolven, werd verslagen in een duel met Huan. Draugluin wist echter Sauron te waarschuwen die zelf in een Wolf veranderen. Hij en Huan bevochten elkaar maar Huan won en Sauron veranderde zich in een slang maar Huan versloeg hem opnieuw. Lúthien en Huan lieten hem vrij als hij Beren liet leven. Sauron ging akkoord en vluchtte terug naar Angband, waar zijn meester Morgoth was. Hierna lieten ze alle gevangenen op het eiland vrij en namen afscheid van Huan, die terug naar zijn meester Celegorm ging.

De Voltooing van de Queeste

Hierna bracht Beren Lúthien terug naar Doriath, want hij was bang dat ze zou sterven op de queeste. Onderweg werden ze aangevallen door Curufin en Celegorm. Huan keerde zich tegen zijn meester en Curufin en Celegorm moesten vluchtten. Lúthien wilde hierna echter niet meer terug naar Doriath en met Beren mee gaan. Beren was het hier niet mee eens en wilde Lúthien toch terug naar huis brengen. Toen sprak Huan en gaf hun raad over hoe ze Angband moesten binnen dringen. Ook gaf hij hen de huiden van Draugluin en Thuringwethel, de Vampier-Boodschapper van Sauron. Ze namen afscheid van Huan, die ging jagen.

Met deze vermomming bereikte de twee de poorten van Angband en zagen Carcharoth, de machtigste weerwolf ooit, de poort bewaken. Lúthien zong daarna en alle dienaren van Morgoth vielen in slaap. Ze drongen Angband binnen en troffen daar Morgoth slapend op zijn troon tegen. Beren gebruikte zijn mes, Angrist, om de Silmaril uit de IJzerkroon van Morgoth te snijden. Toen Beren probeerde de andere Silmarillen er ook uit te snijden versplinterde zijn mes. Een splinter vloog in de wang van Morgoth die kort daarna waker werd. De twee vluchtte met de Silmaril en troffen daar Carcharoth waker aan. Beren hield de Silmaril voor Carcharoth en dacht hem zo weg te jagen. Maar dit was een grote fout want het beest beet zijn arm eraf. De Silmaril maakte de Weerwolf echter gek en het vluchtte weg. De Dienaren van Morgoth waren waker geworden en alleen dankzij de Adelaars wisten de twee te ontsnappen.

De Jacht op de Wolf

Beren-2-

De Dood van Beren en Huan, de jachthond.

In Doriath werd de hand van Beren genezen en de twee trouwden. Hij had zijn Queeste volbracht, hij had de Silmaril in zijn Hand (zijn hand was afgebeten en zat nu met de Silmaril in Carcharoth’s maag.) Kort hierna ontdekte dat Carcharoth op weg naar Doriath was en zelfs de Gordel van Melian kon hem niet stopen. Thingel, Beren, Mablung, Beleg en Huan gingen allemaal op jacht. Beren ontdekte de weerwolf en werd gebeten. Huan sprong gelijk op Carcharoth en de twee vochten om leven en dood. Carcharoth stierf maar ook Huan was stervende en met zijn laatste krachten zei Huan Beren vaarwel. Thingel, Beleg en Mablung vonden daar de twee dood en ze haalden de hand van Beren uit de maag van Carcharoth. Hierin zat de Silmaril en de hand van Beren verteerde kort hierna.

Omdat Lúthien zoveel van Beren hield stierf zij aan liefdesverdriet en smeekte ze bij Mandos om Beren en haar bij elkaar te brengen. Mandos stuurde de twee terug maar nu waren ze beide sterfelijk en zouden ooit weer sterven.

Latere Leven

In hun tweede leven keerde de twee terug naar Doriath en Thingel was hartstikke blij maar Mellian zag dat zij niet voor altijd bij hen zou blijven en ze afscheid moest nemen. Dit gebeurde ook en Beren en Lúthien leefde verder op Tol Galen, een eiland in de rivier Adrant van Ossiriand, waar geen andere sterveling ooit kwam.

Nadat de Dwergen van Nogrod Doriath hadden verwoest en de Nauglamír (waarin Thingel de Silmaril in had laten zetten) hadden gestolen nam Beren wraak. Met een leger Nandor en Enten viel hij het Dwergenleger van Nogrod aan, dit was de Verwoesting van Doriath. Het leger werd helemaal verwoest en Beren nam de Silmaril terug, maar nu zag het er heel anders uit. De Nauglamír weerkaatste al het licht van de Silmaril en het was mooier dan ooit, de twee beste werken van Elfen en Dwergen tezamen.

Lúthien en Beren hadden een zoon, Dior de Schone en de erfgenaam van Thingel, die de koning van Doriath werd. Diro herbouwde Doriath en regeerde de Sindar daar. Lúthien en Beren leefden veder op Tol Galen en Lúthien droeg de Nauglamír. Maar dit juweel versnelde haar jaren en ze stierven beide. Hierna ging het juweel over naar Dior, dat tot de Val van Doriath zou leiden.

Andere Versies van het Verhaal

In oudere versies van het verhaal (The Book of the Lost Tales II) was Beren een Gnoom (een Noldor Elf) en de zoon van Egnor (een oude naam van Aegnor, de zoon van Finarfin.) In de Ban van de Ring wordt Beren ook kort genoemd, in een gedicht dat Aragorn (een verre afstammeling van Beren en Lúthien) verteld aan de Hobbits op de Amon Sûl.

Advertisement